Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Herziening bindend advies

22-05-2023 2022-070 Herziening Bindend advies

Klacht:

Op 24 april 2023 heeft klager,  een verzoek tot herziening van het bindend advies d.d. 8 november 2022, uitgesproken in de klachtzaak tussen klager en verweerder,   ingediend.

 

Standpunt Klager

Klager is van oordeel dat de ombudsman ten onrechte voorbij is gegaan aan een op 1 juli 1976 tussen X en het bestuur van verweerder gesloten overeenkomst, waarin voor X voor de duur van 37 jaren een graf is gereserveerd voor twee personen op de begraafplaats

De akte van die overeenkomst is als productie 3 overgelegd.

Klager is voorts van mening dat de ombudsman voormelde overeenkomst en de in die overeenkomst genoemde termijnen, ten onrechte volledig buiten beschouwing heeft gelaten.

 

Beoordeling herzieningsverzoek

  1. Artikel 14 van het Klachtenreglement bepaalt dat de verzoeker (in casu klager) een verzoek tot herziening kan indienen op grond van feiten en omstandigheden die hebben plaats gevonden vóór de uitspraak en die bij de indiener van het verzoek tot herziening vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en waren zij bij de ombudsman eerder bekend geweest, vermoedelijk tot een andere uitspraak zouden hebben geleid.
  2. De door klager als productie 3 overgelegde akte d.d. 1 juli 1976 was reeds als productie 1 overgelegd bij de klacht van klager d.d. 25 juli 2022. Er is dus geen sprake van een feit of omstandigheid die bij klager vóór de uitspraak niet bekend was of redelijkerwijs niet bekend kon zijn. Reeds om die reden acht ik geen grond voor herziening aanwezig.
  3. Ten overvloede merk ik op dat de grondslag voor de afwijzing van de klacht was gelegen in de brief van verweerder d.d. 2 juni 2017, waarin werd bevestigd dat op 2 juni 2017 is overeengekomen dat de grafrechten niet zouden worden verlengd na de expiratiedatum van 1 juli 2021 en daarom door klager werd verzocht om in 2022 tot verwijdering van de grafsteen over te gaan.
  4. Indien klager van mening is dat hij niet akkoord is gegaan met verwijdering van de grafsteen in 2022, dan had hij de civiele rechter kunnen verzoeken om het bindend advies te vernietigen. Een herzieningsverzoek kan niet als een verkapt hoger beroep worden gehanteerd.
  5. Naast het vorenstaande merk ik op dat géén van de vier gesloten overeenkomsten leidt tot een expiratiedatum die ná 2022 is gelegen.  * 1 juli 1976, 37 jaar = 2013 / * 2 december 1976, 10 jaar = 1986/  * 17 maart 1978, 10 jaar =-1988 / * 15 maart 1985, 25 jaar = 2010
  6. Indien ik de overeenkomst van 1 juli 1976 relevant had gevonden, was mijn conclusie geweest dat het grafrecht eindigde op 1 juli 2011.

Uitspraak:

Beslissing van de ombudsman:

 Ik verklaar klager niet-ontvankelijk in zijn herzieningsverzoek.

 

Deze beslissing is opgesteld en verzonden op 22 mei 2023.

Zowel klager als verweerder zijn gehouden het bindend advies van de ombudsman te respecteren en na te komen.

 

De Ombudsman Uitvaartwezen,